De Franse periode

Vanaf 1794, wordt België definitief door Frankrijk bezet en Bosvoorde wordt net als Watermaal een eenvoudige gemeente. Om de kosten te drukken wordt het aanvankelijk onafhankelijk Bosvoorde bij Keizerlijk decreet van 22 januari 1811, met ingang van 1 mei 1811 opnieuw met Watermaal verenigd . Aan het hoofd van deze entiteit komt de eerste burgemeester te staan. In Bosvoorde is het tijdens deze periode zeer onrustig . Op 23 november 1789 heerst er in de meeste gezinnen van Bosvoorde grote ongerustheid omdat het gerucht de ronde doet dat er een Franse kolonie in aantocht is die de rekruten komt arresteren. Alle jongemannen uit Bosvoorde en Watermaal verbergen zich in het woud. In dezelfde periode worden er wetten uitgevaardigd tegen de uitoefening van de erediensten . De met schulden overladen schatkist moet opnieuw gevuld worden met als gevolg dat de Revolutie alle kerkelijke goederen evenals een aantal goederen van het domein zoals de kapel, het Hooghuis, de molen, de vijvers, de Lakenschuur, de pastorie, de kennel, enz… verbeurd verklaart. Als in 1799 het Consulaat weer orde op zaken zet en de erediensten herstelt , wordt Bosvoorde een onafhankelijke parochie. Vanaf dat moment wordt Bosvoorde even belangrijk en zelfs belangrijker dan Watermaal. Van de oorspronkelijke kerk van Watermaal zijn enkel de toren en de middenbeuk overeind gebleven en het is in 1783 dat de sacristie gerestaureerd wordt. De kapel van Bosvoorde wordt teruggekocht , en op de plaats van de kennel wordt de pastorij opgetrokken. De autoriteiten hopen, dat een autonoom Bosvoorde in de gunst van de machthebbers zou komen te staan . In 1804 proberen ze de prinselijke jacht opnieuw in te richten maar hun hoop wordt de grond in geboord omdat Napoleon ervan afziet een eigen jacht in het Zoniënwoud op te richten. Het Hooghuis behoudt enkel de functie van restaurant en breidt in deze hoedanigheid zijn naambekendheid uit.